Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Jezus, deze dingen gezegd hebbende, werd ontroerd [28]in den geest, en betuigde, en zeide: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, dat een van ulieden Mij zal verraden. 28. Dat is, in zijn gemoed, door overdenking zo van de verraderij van Judas als van de straf, die hem daarom zou overkomen.